Inkeren is nog steeds aantrekkelijk

De zogeheten inkeerregeling is in de loop der jaren flink aangepast, maar bestaat nog steeds zij het in afgeslankte/gewijzigde vorm. Zwartspaarders kunnen dus nog steeds hun niet aangegeven vermogen bij de belastingdienst aangeven. Wel zullen de hoogte van de boete en de strafrechtelijke risico’s hoger worden naarmate langer wordt gewacht met inkeren.

Inkeerregeling

Bij inkeer wordt voor inkomen uit sparen en beleggen (box 3) een boete opgelegd van 120% van de verschuldigde belasting. Bij inkeer voor box 1 of box 2 inkomen wordt de boete gematigd tot een percentage van 60% van de verschuldigde belasting. Over de 2 meest recente jaren verzwegen inkomen of vermogen wordt geen boete opgelegd. Is een inkeermelding tijdig, dat wil zeggen voordat de belastingdienst op de hoogte is van verzwegen inkomen of vermogen, dan mag niet strafrechtelijk worden vervolgd voor opzettelijk onjuiste belastingaangiften, witwassen of valsheid in geschrifte.

Per 1 januari 2018 is de inkeerregeling voor box 3 inkomen die in het buitenland wordt aangehouden afgeschaft. Het komt erop neer dat de boetevrije periode van twee jaar vervalt en dat strafrechtelijke vervolging mogelijk is. Inkeren blijft wel een straf verminderende omstandigheid waardoor de op te leggen boete gematigd wordt.

Per 1 januari 2020 is de inkeerregeling voor (binnenlands en buitenlands vermogen) box 3 en box 2 (aanmerkelijk belang) afgeschaft. Die afschaffing geldt voor alle jaren, dus ook alle aangiften die jaren geleden al zijn ingediend.

Wel is het zo dat inkeer een straf verminderende omstandigheid blijft en strafrechtelijke vervolging alleen in bijzondere omstandigheden zal plaatsvinden. Inkeer, opbiechten, blijft ook na afschaffing van de inkeerregeling het devies. Het is namelijk niet of, maar wanneer de belastingdienst erachter komt dat vermogen niet is aangegeven.

Internationale ontwikkelingen op het vlak van transparantie/CRS

In toenemende mate werken landen samen op het gebied van de belastingheffing door het sluiten van belastingverdragen en verdragen voor het uitwisselen van informatie (TIEA’s), en op basis van Europese regelgeving op het gebied van informatie-uitwisseling. Hierdoor neemt de wereldwijde transparantie toe. Hierbij valt te denken aan de automatische uitwisseling van financiële gegevens op grond van “CRS”.

Er zijn al meer dan 100 landen aangesloten bij de automatische gegevensuitwisseling op grond van de CRS. Voor een lijst van de deelnemende landen per 2019 kunt u hier klikken.

Dit betekent ook dat in de toekomst de kans dat de belastingdienst niet aangegeven inkomen en vermogen ontdekt, aanzienlijk zal toenemen.

Enkele praktijkervaringen

Evertsz law & ligitation heeft op dit gebied een ruime ervaring en hecht eraan te melden dat de banken in het algemeen goed meewerken en ons vaak rechtstreeks de benodigde informatie toesturen. De inspecteurs die deze gevallen behandelen zijn gespecialiseerd in de inkeer behandeling. De belastingdienst werkt de binnengekomen correspondentie al dan niet schriftelijk snel en efficiënt af.

De belastingplichtige inkeerder krijgt na verwerking van de verschafte informatie een overeenkomst en één aanslag van de fiscus en bij betaling daarvan wordt alles als afgerond beschouwd.

In een eenvoudige situatie kan een belastingplichtige in beginsel zelf inkeren. Als het buitenlandse banksaldo echter hoog is, een erfenis een rol speelt of de rekening op naam van een buitenlandse vennootschap staat, verdient het aanbeveling om het proces tot  inkeer door een gespecialiseerd kantoor zoals Evertsz law & ligitation ter hand te doen nemen. In veel gevallen kan ons kantoor vooraf een schatting maken omtrent het te verwachten bedrag aan te betalen belasting.

Neem contact op

Onze expertise

Evertsz law & litigation

Aert van Nesstraat 45
3012 CA Rotterdam

Telefoonnummer: 010 268 0 670
E-mail: info@evertszlaw.nl